In het afgelopen schooljaar 2013 – 2014 hebben wij met ons Bureau drie keer een periode van 2 á 3 weken op Curaçao doorgebracht, om daar op twee scholen en op verenigingsniveau medewerkers te trainen en leidinggevenden te coachen op het gebied van ‘Professionele Schoolcultuur’.
We deden in de loop van dit traject een boeiende ontdekking …
Wat is cultuur?
Cultuur is gedrag (en de daaronder liggende overtuigingen) die mensen in een groep, team of samenleving met elkaar delen. Hierover schreven we eerder al de blog ‘Ja, maar we hebben toch een professionele cultuur?’.
Bijzonder is het om een traject ‘Professionele Schoolcultuur’ uit te voeren in een geheel andere cultuur dan de Nederlandse, in dit geval de Antilliaanse cultuur.
‘Dat is de cultuur hier’, hoorden we diverse malen, wanneer we (disfunctioneel) gedrag dat we tegenkwamen, benoemden. Cultuur als legitimatie van gedrag waar de mensen zelf last van hadden.
Cultuur is dus gedrag. Onze definitie van professionele schoolcultuur is: alle gedrag dat bijdraagt aan de doelen van de organisatie en toename van welbevinden van jezelf en anderen. Gedrag dat daar tegenin gaat noemen wij niet-professioneel en is dus disfunctioneel. Het leidt tot gedoe. De wet van behoud van ellende.
Een leerkracht heeft al jaren ‘haar vaste schaduwplek’ voor haar auto. Nieuwe leerkrachten die per ongeluk hun auto op deze plek neerzetten, worden hier fijntjes op gewezen. Verworven rechten, noemt ze dat. Onze reactie: ‘Verworven rechten? Het is TERREUR!’
In de cultuurlaag van iedere samenleving, dus ook de Antilliaanse, zijn elementen geslopen die niet functioneel zijn. Dit heeft te maken met de geschiedenis van de samenleving en gebeurtenissen die daarin plaatsgevonden hebben. Met name in de Antilliaanse geschiedenis zijn elementen aan te wijzen die tot op de dag van vandaag tot gedrag geleid hebben dat weliswaar goed te begrijpen valt, maar absoluut niet functioneel of professioneel genoemd mag worden. De cultuur op Curaçao heeft zijn wortels in slavernij en kolonialisme, gevolgd door uitbuiting en discriminatie. Het gevolg is een diepe angst die zich in de cultuurlaag op het eiland genesteld heeft.
Voorbeeld: onpersoonlijke uitspraken:
‘Het glas is gevallen’, zegt een leerkracht die zojuist een glas uit haar handen heeft laten vallen. Niet: ‘Ik heb een glas laten vallen’. Daarmee zou je jezelf als schuldige aanwijzen en dan riskeerde je vroeger strenge straffen.
De trainingen die we gaven waren gebaseerd op de boeken ‘Bang voor boos?’ en ‘Krachtige leraren, prachtig onderwijs’. Centraal hierin staat de notie dat helder begrenzen van disfunctioneel gedrag (door constructieve boosheid in te zetten) leidt tot afname van angst en onveiligheidsgevoelens en daarmee tot toename van welbevinden, als voorwaarde om tot samenwerking te komen om de doelen van de school te realiseren.
Waar dit op Nederlandse scholen, met soms een geschiedenis van verwaarlozing, slecht begeleide fusies en falend management, al een delicaat traject is, speelt dit in een cultuur als de Curaçaose in nog sterkere mate.
In het slotrondje aan het eind van dit traject op een van deze scholen stelde een deelnemer een vraag, waarvan we even met onze mond vol tanden stonden: wat wij van hén geleerd hadden, dit jaar. Ons antwoord was: dat ondanks het verschil in cultuur, er op het niveau waarop we met hen hebben kunnen werken, namelijk het niveau van de diepmenselijke behoeften en gevoelens, GEEN ENKEL VERSCHIL is tussen mensen op Curaçao en in Nederland. Dat was de boeiende ontdekking die we dankzij hen gedaan hadden en waarvoor we hen diep dankbaar zijn.
Werken in een andere cultuur vraagt om een diep respect voor de mensen in die cultuur en hun gemeenschappelijke geschiedenis. Het vraagt daarentegen ook om gedrag te begrenzen dat vergoelijkt wordt met een verwijzing naar de ‘cultuur’. Ieder mens heeft op een diep niveau vergelijkbare gevoelens en behoeften. Door daarbij aan te sluiten kan in iedere cultuur een stukje gezondheid ingebouwd worden.
Bij het afscheid komt een leerkracht naar ons toe. Ze zegt: ‘Ik heb 40 jaar lesgegeven op de manier waarop ik dat van de nonnen geleerd heb: autoritair en op macht gebaseerd. Ik ga nu met pensioen. Deze training heeft mij de ogen geopend. Het is niet dat ik spijt heb van hoe ik het gedaan heb, maar als ik het nu over kon doen, zou ik op een totaal andere manier mijn lessen geven’. Dat was een ontroerend moment …
En ons traject? Dat gaat door! Ook in schooljaar 2014 – 2015 gaan wij weer drie keer naar Curaçao om met leraren en schoolleiders samen te werken in het realiseren van een cultuur van competentie en vertrouwen.
Henk Galenkamp
Jeannette Schut,
Bureau Galenkamp&Schut
Literatuur:
Arion, Frank Martinus (2011, eerste druk 1973). Dubbelspel. De Bezige Bij, Amsterdam
Galenkamp, Henk (2006). Bang voor boos? De invloed van emoties op veiligheid in de school. CPS Uitgeverij, Amersfoort
Galenkamp, Henk (2009). Krachtige leraren, prachtig onderwijs. Naar meer contact en bezieling in de school. CPS Uitgeverij, Amersfoort
Marcha, Valdemar & Verweel, Paul (2003). De cultuur van angst. Paradoxale ketenen van angst en zwijgen op Curaçao. Uitgeverij SWP, Amsterdam
Ven, Colette van der (2011). Slagschaduwen. Erfenis van een koloniaal verleden. KIT Publishers, Amsterdam